Wilhelmus (Willem, Guillaume) Tomassen

Geboren op 26-09-1767 te Loerbeek, overleden op 13-06-1841 te Loerbeek (leeftijd 73).

Zoon van Manus Thomassen en Jenneke Gudden.

Uitzicht op het dorp Beek, door Thomas Barber
"The village of Beek", een gezicht op het dorp Beek met op de achtergrond de Elterberg, van Thomas Barber, 1836.

Huis van Willem Tomassen in de zomer van 1966. Gebouwd in ca. 1761 en afgebroken in 1974.
Geboortehuis van Willem Tomassen en zijn kinderen. Gebouwd in ca. 1761 en afgebroken in 1973. Foto is uit 1966, door N. Stolk.

Uitzicht op het dorp Beek, door Thomas Barber
Het geboortehuis van Maria Gerritsen te Loerbeek, gebouwd in 1695, afgebroken in 1974. Het huis heeft op de foto (uit 1974) nog dezelfde grootte en soort lemen wanden als 200 jaar daarvoor.
Uitzicht op het dorp Beek, door Thomas Barber
Hetzelfde huis aan de achterkant

Peetouders waren Jan Willem Vos (oom) en Elizabetha Thomassen (tante).

Willem woonde met zijn gezin in een kleine daghuurderswoning in Loerbeek, in huis nr. 308 (later hernummerd tot nr. 11, na ongeveer 1890 nr. 13, vanaf ongeveer 1930 werd het nr. 22). Het huidige adres heet 'Stillewaldweg 2' (zie hier op Google Street View). Bij het huis bezat hij aan het einde van zijn leven zo'n 4 hectaren grond. Daarop liepen enkele koeien en schapen, en verbouwde het gezin groenten, aardappels en graan. Willem was dagloner van beroep, wat inhield dat hij om rond te komen ook bij andere boeren in de buurt op het land moest werken. In zijn jeugd is Willem waarschijnlijk wel een paar jaar naar school geweest (zie de magescheid van zijn moeder), maar is hij het lezen en schrijven later weer verleerd. Als hij documenten moest ondertekenen dan gaf hij namelijk aan niet te kunnen lezen of schrijven. Dit was in die tijd niet vreemd; ongeveer 3/4de van de Beekse bevolking was analfabeet.

Willem's vader overleed al toen hij nog maar 18 jaar oud was. Heel veel heeft hij vermoedelijk niet over zijn ouders aan zijn kinderen verteld, want bij hun huwelijk gaven zij aan niet te weten waar hun grootouders aan vaders zijde gewoond hebben en overleden zijn.
In 1794 werd Willem lid van het St. Jansgilde in Beek.

Gehuwd op 14-01-1800 te Beek met buurmeisje (van nr. 305) Maria (Marie) Gerritsen, * 13-08-1777 te Loerbeek - ✝ 30-05-1840 te Loerbeek (leeftijd 62), dochter van Gerardus (Gart) Gartzen, * 18-04-1745 te Didam - ✝ 17-11-1818 te Loerbeek (leeftijd 73), en Theodora (Derris) Bod (Bodde). * 18-10-1744 te Beek - ✝ 04-06-1785 te Loerbeek (leeftijd 40, overleden aan dysenterie). Van Maria Gerritsen is ook bekend dat zij niet kon schrijven.

Willem en Maria wisten ook hun geboortedatum niet, want deze is foutief aangegeven bij de gemeente: er staat dat Willem geboren is op 11-12-1768 en Maria op 20-07-1777. In deze tijd wist ongeveer 2/3de van de mensen hun eigen geboortedatum niet. Bij de geboorteaangifte van zonen Gerrit en Leendert werd bijvoorbeeld aangegeven dat moeder Maria op dat moment respectievelijk 40 en 44 jaar oud was, zij was echter al respectievelijk 41 en 45. Dus of Willem wist de leeftijd van zijn vrouw niet, of Maria wist haar eigen leeftijd niet. Willem's eigen leeftijd werd wel correct opgegeven.

Op 20 mei 1839 sloten Willem en Maria een contract af bij Notaris Frans de Both in 's-Heerenberg waarin gesteld werd dat zij een overeenkomst hebben gesloten met schoondochter Hendrina Hansen: Voor ons Mr. Frans de Both, openbaar Notaris resterende te 's-Heerenberg Arrondisement Zutphen provincie Gelderland en in tegenwoordigheid der nagenoemde en mede ondergeteekende getuigen. Compareerden Willem Tomassen arbeider en diens huisvrouw Maria Gerritsen beide wonende te Beek in de Gemeente Bergh als: contractant ter eenere; Te kennen gevende dat zij in overweging genomen hebbende hunnen reeds gevorderden ouderdom, en zij zich tot het behoorlijk verrigten van hunner arbeid en bestier hunner zaken, voor het vervolg niet meer in staat gevoelende, en alzoo voor hun toekomstig onderhoud reeds eenige bezorgdheid koesterden: zoo dat zij uit dien hoofde waren te rade geworden tot het aangaan van een levenslankelijk contract van allimentatie, en dienvolgens waren overeengekomen tot het sluiten van dusdanige overeenkomst met hunne schoondochter Hendrina Hansen, weduwe van wijlen hunnen zoon Derk Tomassen, zonder beroep te Beek bij hun inwonende, en welke mede alhier compareerde als: contractante ter andere zijde. Waarna de wederzijdse respective partijen verklaarden de navolgende overeenkomst dienaangaande te hebben getroffen, gelijk zij zulks bepalen dezen:
Eerstens. Verpligt zich de contractante ter andere zijde Hendrina Hansen voornoemd, om genoemde hunne schoonouders gedurende hun leven bij hun te zullen laten inwonen, en hun zoo wel in zieke als in gezonde dagen, in behoorlijke kort ... en kleeding te zullen verplegen, en daarbij gelijk eene welgeaarde dochter betaamd, hun steeds met achting en vriendelijkheid te zullen voorkomen en behandelen; en hun voorts bij derzelver sterfgeval, elk een behoorlijke begrafnis zooals in hun stand gebruikelijk te zullen aandoen, en te dier zake voor elk hunner twintig zielmissen na hunnen dood te zullen doen lezen, en gedurende twintig jaren op den kerkelijke doodcedül te doen plaatsen, en voorts binnen het jaar na het overlijden van elk, een en een derde mud Neerlands, in brood verbakken rog aan den Beekschen armen uittedeelen; terwijl na dit sterfgeval de kleeren vanden contractant ter eenere Willem Tomassen onder zijne bestaande mannelijke kinderen worden verdeeld, en de nagelaten kleeren en goud van de moeder Maria Gerritsen door hare dochter Willemina züllen worden genoten.
Tweedens verplicht zich de contractante ter andere zijde Hendrina Hansen om gedurende het leven der contractanten ter eenere, gemelde hunne schoonouders levenslanklijk eene jaarlijksche geldelijke toelage, tot het aankoopen van kleine behoeften te zullen laten toekomen: en wel, de vader Willem Tomassen twaalf gulden en de moeder Maria Gerritsen tien gulden jaarlijks zonder korting.
Derdens. Verpligt zich de contractante ter andere zijde dat voor het geval zij met gemelde hunne schoonouders niet huislijk en in vreedzaamheid onderling zouden kunnen harmonieren, het als dan aan deze haare ouders zal vrij staan om afzonderlijk in het vertrek aan de noordzijde van het thans door hun bewoonde huis gelegen, te gaan wonen, en in dit geval door Hendrina Hansen aan hun onderhoud zal worden uitgekeerd eene som van vijfenzeventig gulden te rekenen van den dag van hun vertrek, en zij dienonverminderd nog zes nederlandsche roeden bouwland uit hunne na te noemen daghuurders gelegenheid ter hunner keuze, in gebruik zullen mogen nemen. Dat echter deze jaarlijkse uitkering van vijfenzeventig gulden zal worden verminderd tot eene som van vijftig guldens bij het overlijden van één der beide ouders.

Daarbij werd ook vermeld dat Hendrina Hansen na het overlijden van Willem en Maria volledig eigenaresse zou worden van de grond en het bijbehorende akkerbedrijf van Willem en Maria.

In de Memorie van Successie van Willem werd vermeld dat: "... de overledene geen testament gemaakt heeft ... de overledene tot erfgenamen heeft nagelaten zijn vernoemde kinderen Hermanus, Jan, Gerrit, Leendert & Hermina Tomassen ... de overledene geen vaste goederen nagelaten hebbende ... en door dit overlijden geen kapitaal of goed overgegaan is." Na Willem's overlijden is de weduwe van zijn zoon Dirk, Hendrina Hansen, in het huis blijven wonen, die inmiddels hertrouwd was met Gerhardus Hendriks. Zijn kleinzoon Hendrikus Johannes (Harrie) Hendricksen diende in 24-05-1967 een aanvraag in om een nieuw huis naast nr. 308 te mogen bouwen. Het oude huis bleef nog enige jaren als schuur in gebruik en werd in 1973 afgebroken.

Doopregistratie van Willem in 1767
Doorregistratie van Willem in het Doopboek Gemeente Beek 1685 - 1785
Huwelijksakte van Willem en Maria uit 1800
Huwelijksakte van Willem en Maria in de Huwelijksakten Gemeente Beek 1785 - 1811

Zij kregen 8 kinderen:

  1. Hermanus (Manus) Thomassen,* 24-11-1800 te Loerbeek - ✝ 12-03-1866 te Kilder (leeftijd 65).
  2. Theodorus (Dirk) Thomassen, * 02-12-1803 te Loerbeek - jong overleden te s-Heerenberg. Getuige e.a.: Jan Beijer (stiefgrootvader).
  3. Derris (Dersken) Thomassen, * 10-02-1806 te Loerbeek - ✝ 06-11-1807 te Loerbeek (leeftijd 1, meisje). Getuigen e.a.: Gerrit Gerritzen (oom) en Cornelia Thomassen (tante).
  4. Theodorus (Dirk) Thomassen, * 20-10-1808 te Loerbeek - ✝ 19-05-1839 te Loerbeek (leeftijd 30).
  5. Johannes (Jan) Tomassen, * 14-03-1812 te Loerbeek - ✝ 25-11-1884 te Wijnbergen (leeftijd 72).
  6. Willemina (Hermina) Tomassen, * 10-03-1815 te Loerbeek - ✝ 11-09-1847 te Braamt (leeftijd 32). Getuigen e.a.: Bart van Rienen en Arend Berntsen. Boerenwerkdoende/dagloonster van beroep. Gehuwd op 24-05-1834 te Bergh met Henricus Joannes (Hendrik Jan) Kaak, * 21-06-1787 – † 23-01-1840 (leeftijd 52), strodekker, zoon van Henricus (Henrik) Joannes Kaak, * ? - ✝ 22-10-1805 te Zeddam en Maria Brugmans, * ? - ✝ 29-03-1797 te Zeddam, weduwnaar van Hermina Aling. Henricus was een oudere broer van Willem Kaak, die deelnaam aan Napoleons veldtocht naar Rusland in 1812. Van deze Willem is sindsdien nooit meer iets vernomen. Op 30-11-1840 te Bergh huwde Hermina Tomassen opnieuw, met Gerhardus (Gradus) Jansen, * 1813 te Bergh - ✝ 06-02-1899 te Braamt (leeftijd 85), strodekker, zoon van Johannes Jansen en Maria Macklander. Zij kregen twee zonen: Hendrikus Johannes en Hermanus.
  7. Gerrit Tomassen, * 08-10-1818 te Loerbeek - ✝ 16-06-1846 te Kilder (leeftijd 27).
  8. Leonardus (Leendert) Tomezen, * 19-02-1823 te Loerbeek - ✝ 19-03-1876 te Wijnbergen (leeftijd 53).

Inventaris van Willem en Maria

Tot de eigendommen van Willem Tomassen en Maria Gerritsen behoorden, genoteerd op 14 juli 1840, o.a.:

  • Een huis en schuur. 500 gulden
  • Een perceel heide, 48 roeden (0,48 hectaren). 30 gulden
  • Een perceel, 1 bunder, 12 roeden, 40 ellen (1,124 hectaren). 80 gulden
  • Den Embtenakker, 1 bunder, 47 roeden, 40 ellen (1,474 hectaren). 125 gulden
  • Een stuk heide en bouwland, 51 roeden (0,51 hectaren). 100 gulden
  • Een perceel, 72 ellen (0,072 hectaren). 150 gulden
  • Een stuk bouwland, 25 roeden, 30 ellen (0,253 hectaren). 90 gulden
  • Bovenstaande is in totaal 4,013 hectare land
  • Drie bedden met toebehoor. 75 gulden
  • 12 aarde borden, bak, spoelkom, 6 kopjes en schoteltjes, aarde koffiekan. 1 gulden 25
  • Tien tinnen lepels, twee tinnen schotels, theepot, 6 borden en bakjes. 8 gulden
  • Oude verweerde blikke gieter, baklepel, spiegel en korenkaf. 10 gulden.
  • Een koffiemolen, koffieketel, strijkijzer, 2 tafels, 7 stoelen, 2 kleine stoelen. 4 gulden 75
  • Een ponder, lamp, ijzerwerk aan den haard, hangende klok, 3 schilderijen, een zoutbak, 2 kopere ketels, enig linnen en kledingstukken, 20 hemden en 10 bedlakens en een stukje linnen. 27 gulden 75
  • Een schaapsscheer, pan en panijzer, enig spek en 6 flessen. 6 gulden 75
  • Twee kleerkisten, kopere lamp, 4 aarde borden, eenig werken garen, een meel en korenzeef. 9 gulden 35
  • Eenige mans kleren en zilveren zakhorloge. 40 gulden
  • Eenige vrouwe kleren, een goude kruis en een paar oorhangers. 54 gulden
  • Eenig melkgereedschap van potten, kan, melkton, vlootje, melkemmer en tonnetje. 8 gulden 25
  • Vier ijzere potten. 4 gulden
  • Levendige have en vee. 1707 gulden
  • Boerengereedschap. 31 gulden 55
  • Ongedorst koren. 135 gulden
  • Eenig vlas, en eenige oude steenen en eenig brandhout. 36 gulden
  • Aardappelen en groentens. 91 gulden

Herkomst van de naam Willem

De naam Willem komt sinds de 5de generatie veel voor in de familie en is geïntroduceerd door Hermanus' schoonvader Wilhelmus Gudde, waarnaar Willem Thomassen vernoemd is. Het was echter gebruikelijk om de oudste zoon te vernoemen naar zijn grootvader in mannelijke lijn (Leonardus). Lees meer... Maar in dit geval is Willems oudere zus Helena naar hem vernoemd. Een verklaring kan zijn dat overleden voorouders vaak voorrang kregen bij het vernoemen. Willem Gudde overleed in 1760 en Willem Thomassen werd geboren in 1767, mogelijk was Leonardus toen nog in leven en is ervoor gekozen om de oudste zoon naar zijn moeders vader te vernoemen. Willem heeft uiteindelijk zelf zijn jongste zoon Leendert in 1823 naar zijn grootvader Leonardus vernoemd.

T(h)omassen met of zonder H?

Opvallend is dat zoon Jan en de broers en zussen die na hem komen geregistreerd worden met de achternaam 'Tomassen' (dus zonder H), zijn oudere broers en zussen werden nog geregistreerd met de achternaam 'Thomassen' met H. Ook vader Willem wordt vanaf dat moment met de achternaam 'Tomassen' zonder H vermeld. Lees meer... Waarschijnlijk is dat omdat op 18 augustus 1811 iedereen in Koninkrijk Nederland door Napoleon werd opgeroepen om zich met een achternaam bij het gemeentehuis te laten registreren. De meeste mensen bevestigden toen de achternaam die zij op dat moment al gebruikten, maar het kon natuurlijk ook zoals in dit geval, dat de schrijfwijze iets veranderde.
De jongste zoon Leendert is hierop een uitzondering, die wordt registreerd met de achternaam 'Tomezen'. Waarschijnlijk door de schrijfwijze van de gemeenteambtenaar, omdat in hetzelfde document vader Willem ook met de achternaam 'Tomezen' vermeld wordt. Napoleon was toen al een tijdje verslagen en sindsdien was Koning Willem I aan de macht.

Hermanus (Manus) Thomassen

Geboren op 24-11-1800 te Loerbeek, overleden op 12-03-1866 te Kilder (leeftijd 65).

Handtekening Hermanus Thomassen
Hermanus' handtekening, 1830

Militieregistratie Hermanus Thomassen
Militieregistratie Hermanus Thomassen

Zoon van Willem Tomassen en Maria Gerritsen.

Peetouders waren Catharina Thomassen (tante) en Knelis Bolk (oom).

Boerenwerkdoende/landbouwer van beroep.

Werkte eerst als boerenknecht in Beek bij zijn oom en tante Bernd Gerritsen en Mientje Berndsen.

Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie op 31-12-1828 beschreven als:
Lengte: 1 meter 69, Aangezigt: ovaal, Voorhoofd: hoog, Oogen: bruin, Mond: ordinair, Neus: idem, Kin: rond, Haar: bruin, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: geen. Hij werd uitgeloot en was dus niet dienstplichtig.

In 1817 wordt Hermanus lid van het St. Jansgilde in Beek.

Gehuwd op 02-03-1829 te Bergh met Johanna (Anna) Berendsen (Berntsen), * 15-12-1792 - ✝ 03-09-1857 (leeftijd 64), landbouwster/arbeidster, dochter van Berend Berendsen en Jenneke Blom. Anna was al eerder gehuwd met Joannes Wilhelmus (Jan) van Schriek, * 09-08-1773 te Zeddam - ✝ 12-04-1828 te Bergh (leeftijd 53), zoon van Arnold van Schriek en Maria Smits, en had van hem al vijf kinderen. Anna Berendsen was woonachtig op boerderij Leeuwerikskamp in Kilder (huis nr 171 b). Deze boerderij werd in 1827 door Anna Berendsen en Jan van Schriek gekocht via een openbare veiling, waar het terechtgekomen was als nalatenschap van het echtpaar Steven Heinst en Derksen Peters. In 1829 kwam Hermanus Thomassen er wonen. Waarschijnlijk is het huis rond 1700 gebouwd, toen Hendrik Kaak er is gaan wonen. Op dit moment bestaat de boerderij nog steeds, anno 2010 ziet het er zo uit.

Op 13-04-1853 heeft Hermanus zijn dochter Hendrina benoemd tot algehele erfgenaam, met als voorwaarde dat zij een bedrag van 740 gulden (dat zou nu zo'n € 7600 waard zijn) verdeeld onder haar broers en zus. Uiteindelijk overleden de jongste broers Dorus en Gradus al voordat vader Hermanus overleed, dus ging 420 gulden naar broer Willem en 320 gulden naar zus Hanna.

Hermanus en Anna kregen 5 kinderen:

  1. Wilhelmus (Willem) Thomassen, * 29-05-1830 te Kilder - ✝ 21-11-1881 te Groot Azewijn (leeftijd 51).
  2. Johanna (Hanna) Thomassen, * 16-10-1831 te Kilder - ✝ 28-06-1882 te Kilder (leeftijd 50), huwde op 01-09-1853 te Bergh met Peter Heitman, * 28-07-1828 te Doetinchem - ✝ 25-01-1891 te Kilder (leeftijd 62), klompenmaker, zoon van Willem Heitman en Hendrika Slaman. Peter werd bij zijn inschrijving in de nationale militie in 1847 beschreven als: Lengte: 1 meter 816, Aangezigt: lang, Voorhoofd: breed, Oogen: bruin, Mond: gewoon, Neus: spits, Kin: rond, Haar: blond, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: -. Hij lootte nr. 204 en werd dus niet tot dienst verplicht. Zij kregen 6 kinderen. Hanna stierf vrij onverwachts, zonder dat zij onder behandeling was voor een ziekte.
  3. Berendina (Hendrina) Tomessen, * 29-08-1833 te Bergh - ✝ 04-05-1896 te Kilder (leeftijd 62). Huwde op 27-05-1853 te Bergh met Geurt Jansen, landbouwer, * 11-02-1825 te Didam - ✝ 18-04-1906 te Kilder (leeftijd 81), zoon van Hendrik Jansen en Gerritje Gerritsen. Geurt werd bij zijn inschrijving in de nationale militie in 1844 beschreven als: Lengte: 1 meter 69, Aangezigt: gezond, Voorhoofd: rond, Oogen: blaauw, Mond: klein, Neus: groot, Kin: kort, Haar: blond, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: -. Hij lootte nr. 213 en werd dus niet tot dienst verplicht. Zij kregen 9 kinderen. Hendrina stierf uiteindelijk aan Emphysema Pulmonium, ook wel longemfyseem genoemd.
  4. Gerhardus (Gradus) Tomassen, * 23-12-1834 te Kilder - ✝ 01-08-1859 te Kilder (leeftijd 24).
  5. Theodorus (Dorus) Tomassen, * 08-11-1836 - ✝ 06-12-1854 te Kilder (leeftijd 18).

Hermanus stierf vrij plotseling op 65-jarige leeftijd, hij was op dat moment niet onder behandeling voor een ziekte dus de doodsoorzaak was niet direct bekend. Boerderij de Leeuwerikskamp werd daarna overgenomen door zijn schoonzoon Geurt Jansen en dochter Hendrina.

Theodorus (Dirk) Thomassen

Geboren op 20-10-1808 te Loerbeek, overleden op 19-05-1839 te Loerbeek (leeftijd 30).

Zoon van Willem Tomassen en Maria Gerritsen.

Militieregistratie Dirk Thomassen
Militieregistratie Dirk Thomassen

Handtekening Hendrina Hansen
Hendrina Hansen's handtekening, 1832

Militieregistratie Dirk Thomassen
Vermelding in de krant van 'T Kleine Jentje Hendricksen

Peetouders waren Jan Beijer (stiefgrootvader) en Derris Gerritzen (tante)

Dagloner van beroep.

Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie in 1827 beschreven als:
Lengte: 1 meter 58, Aangezigt: rond, Voorhoofd: kort, Oogen: blaauw, Mond: ordinair, Neus: ordinair, Kin: rond, Haar: blond, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: geen. En "heeft verklaard niet te kunnen schrijven". Hij werd uitgeloot en was dus niet dienstplichtig.

Gehuwd op 17-11-1832 te Bergh met Hendrina (Hendrin) Hansen, * 29-01-1809 te Beek en Bergh - ✝ 21-05-1844 te Beek (leeftijd 35), dagloonster. Dochter van Hendrik Hansen en Maria Behnen (Beening), landbouwers van beroep. Woonde na zijn huwelijk met zijn gezin in het ouderlijk huis, Beek nr. 308. Zij kregen drie kinderen:

  1. Hendrika Tomassen, * 28-10-1833 te Beek - ✝ 30-01-1844 te Beek (leeftijd 10).
  2. Gerharda (Grada) Tomassen, * 19-03-1836 te Beek - ✝ 07-01-1845 te Beek (leeftijd 8).
  3. Johannes (Jan) Tomassen, * 25-03-1839 te Beek - ✝ 01-04-1840 te Beek (leeftijd 1).

De aangifte van het derde kind Jan werd niet door Dirk zelf gedaan maar door Jan Kroets, het is aannemelijk dat Dirk niet aanwezig kon zijn door ziekte, aangezien hij nog geen twee maanden later stierf.

In tegenstelling tot Dirk zelf, kon zijn vrouw Hendrina Hansen wel schrijven, dit was in die tijd (begin 19de eeuw) nog vrij bijzonder. Meisjes van boerengezinnen gingen zelden naar school.

Op 05-06-1840 huwde Hendrina opnieuw te Bergh, ruim een jaar na de dood van haar man, met Gerhardus Hendriks, * 12-06-1804 te Groessen - ✝ 19-08-1877 te Beek (leeftijd 73), dagloner, zoon van Albertus Hendriks en Elsken Bekkers. Zij bleef op het adres nr. 308 in Beek wonen en kreeg met Gerhardus nog twee kinderen (Theodora en Albertus). Zoontje Albertus overlijdt twee weken na de bevalling en een week later overlijd ook moeder Hendrina zelf. Dochter Theodora overlijdt op 07-01-1843, als zij 18 maanden is.

Gerhardus Hendriks huwd iets minder dan een jaar na het overlijden van zijn vrouw Hendrina opnieuw, op 05-04-1845 te Bergh met Joanna Polman, * 09-07-1804 te Didam - ✝ 02-05-1882 te Beek (leeftijd 77), afkomstig uit Didam, dochter van Toon Polman en Mintjen Boerstal. Zij bleven in Beek nr. 308 (later Beek hernummerd tot nr. 11 en vanaf ongeveer 1890 Loerbeek nr. 13, vanaf ongeveer 1930 werd het nr. 22) wonen en kregen een dochter: Hendrina Hendriks, * 22-02-1846 - ✝ 27-09-1916 te Loerbeek (leeftijd 70), die op 18-09-1863 te Bergh huwd met Johannes Hendricksen, * 04-04-1839 te Beek - ✝ 19-09-1936 te Bergh (leeftijd 97), landbouwer. Beter bekend als het legendarische 'Kleine Jentje Hendricksen van Loerbeek' (zie foto hiernaast). Zij kregen 11 kinderen. Oudste zoon Theodorus Johannes Hendricksen, * 29-09-1878 te Loerbeek - ✝ 15-10-1962 te Loerbeek (leeftijd 84), is uiteindelijk met zijn vrouw Helena Ticheloven en 9 kinderen op de boerderij blijven wonen. Hun zoon Hendrikus Johannes (Harrie) Hendricksen neemt in 1953 de boerderij over. Op 24-05-1967 dient hij een aanvraag in om een nieuw huis naast nr. 308 te mogen bouwen. Het oude huis blijft nog enige jaren als schuur in gebruik en wordt in 1973 afgebroken.

Johannes (Jan) Tomassen

Geboren op 14-03-1812 te Loerbeek - overleden op 25-11-1884 te Wijnbergen (leeftijd 72).

Handtekening van Jan Tomassen
Jan's handtekening, 1851
Geboorteregistratie Jan Tomassen
Geboorteregistratie van Jan Tomassen
Huwelijksakten Jan en Theodora
Huwelijksakte Jan en Theodora Heinst in het Register voor Huwelijken voor Bergh 1861. Aan de ondertekening is te zien dat Jan kon schrijven. Zijn vrouw Theodora heeft nooit leren schrijven.
Stadhuis 's-Heerenberg
Het stadhuis van 's-Heerenberg rond 1900, waar Jan Tomassen tweemaal trouwde en zes geboortes aangaf
Inschrijving Jan Tomassen in de Nationale Militie
Inschrijving Jan Tomassen in de Nationale Militie
Kadaster Zeddam Sectie B, 1811-1832
Locatie van de boerderij (276) in het kadaster Zeddam Sectie B, 1811-1832
Aanwijzende tafel Zeddam Sectie B, 1811-1832
Derk Bunk als (mede)eigenaar in de aanwijzende tafel Zeddam Sectie B, 1811-1832

Zoon van Willem Tomassen en Maria Gerritsen.

Peetouders waren Bernard Gerritsen (oom) en Arend Berendsen.

In 1829 werd Jan lid van het St. Jansgilde in Beek.

Jan werd bij zijn inschrijving in de Nationale Militie in 1831 beschreven als:
Lengte: 1 meter 75, Aangezigt: rond, Voorhoofd: hoog, Oogen: bruin, Neus: plat, Mond: gewoon, Kin: rond, Haar: bruin, Wenkbraauwen: bruin, Merkbare teekenen: Litteken op de linker hand. Hij werd uitgeloot en was dus niet dienstplichtig.
Jan was met zijn 1 meter 75 een stuk langer dan zijn broers en ook een stuk langer dan de gemiddelde lengte (1 meter 63) van alle ingeschreven mannen in die tijd.

Jan ging in 1829 op zijn 17de wonen en werken bij de toen 77-jarige Derk Bunk op boerderij 't Vossegat (huis nr. 123 in Wijnbergen, later hernummerd tot nr. 12, weer later hernummerd tot nr. 6 en tenslotte werd dit het adres 'Langeboomsestraat 20'). De boerderij bestond in ieder geval al rond 1800 en had toen ook al de naam 't Vossegat, afgaande op dit dit archiefstuk over de verkoop van de erfpacht van het Vossegat aan 'Derk Beunink'. De grond was eerst in bezit van de kinderen van de echtelieden Coenradina Anna van Haersolte (✝ 16-05-1805 te Zutphen) en Ludolf Frederik Hendrik van Heeckeren Van Waliën (✝ 01-01-1798 te Zutphen).

Toen Jan de boerderij betrok was Derk's vrouw al 10 jaar dood en zijn enige andere kind, Wilhelmina, al het huis uit en getrouwd. Het bleef echter niet bij wonen en werken alleen, want na zo'n 5 jaar huwde Jan met Derk's dochter Dorothea.

Gehuwd op 18-10-1834 te Bergh met Dorothea (Theodora) Bunk, * 02-01-1792 te Zeddam - ✝ 24-04-1861 te Wijnbergen (leeftijd 69), dochter van Theodorus (Derk) Bunk (Beunk, Beuink, Beunink), * 28-02-1752 te Groot-Azewijn - ✝ 18-11-1834 te Bergh (leeftijd 82), dagloner en Geertruida Bisseling (Bisselink) * 25-03-1758 te Wijnbergen - ✝ 20-02-1809 te Zeddam (leeftijd 50). Zij waren gehuwd op 18-10-1789 te Zeddam. Getuigen bij het huwelijk van Jan en Dorothea waren Joost Jansen (dagloner uit Braamt), Derk Wessels (dagloner uit Braamt), Hendrik Brugman (landbouwer uit Groot-Azewijn), Johannes Eenhuizen (winkelier uit 's-Heerenberg).

Dorothea Bunk had een jongere broer genaamd Hendrik, die in 1813 als dienstplichtige ingelijfd werd in de Grande Armée van Napoleon. Na zijn vertrek naar Duitsland is nooit meer wat van hem vernomen, aangenomen wordt dat hij zijn diensttijd niet heeft overleefd.

Omdat Dorothea al 42 was toen zij met Jan trouwde, bleef het huwelijk kinderloos. Er kwamen wel regelmatig knechten en/of dienstmeisjes werken en wonen op de boerderij. Zo kwam op 30-03-1860 Theodora Heinst op de boerderij wonen om het echtpaar Jan/Dorothea te ondersteunen als dienstmeid. Zij is daar nooit meer vertrokken, want ruim een jaar later overleed Dorothea op 69 jarige leeftijd en zo'n 2 maanden daarna huwde Jan Theodora.

Na het overlijden van vader Willem wordt Jan vermeld in zijn vaders Memorie van Successie als: "... alhier tevens optredende als wettige voogd over minderjarige volle broeders Gerrit Tomassen, eigenwerkdoende, wonende te Kilder en Leendert Tomassen boerenwerkdoende en wonende te Wijnbergen.". Gerrit was toen al 22 jaar, wat destijds nog als minderjarig gold. In september 1840 kwam de toen 17-jarige Leendert op de boerderij bij Jan en Dorothea wonen. Die vertrok in mei 1842 weer om bij de familie Roes te gaan werken als knecht, op Wijnbergen nr. 141.

Toen Jan Tomassen in 1841 als getuige optrad bij het huwelijk van zijn oudere broer Gerrit, gaven zij en de andere getuigen aan niet te weten in welke plaats hun grootouders aan vaderszijde (Hermanus Thomassen en Jenneke Gudden) gewoond hebben of overleden zijn.

Op 19-02-1849 was Jan als koper aanwezig op een veiling van percelen, gehouden door notaris F. de Both in 's-Heerenberg. Zijn oudere broer Hermanus was hier ook aanwezig.

Jan was op 11-05-1859 in Doetinchem bij notaris J.D. Pasteur aanwezig bij een veiling van vastgoed.

Dorothea heeft op 15-05-1859 in haar testament Jan tot enige erfgenaam benoemd. Deze erfenis bedroeg 3484.90 gulden aan vermogen (boedel), na aftrek van schulden bleef daar 2212.50 gulden van over (dat zou nu ruim 20.000 euro zijn) en verschillende stukken land en ander onroerend goed. Zie hier de Memorie van Successie: pagina één en pagina twee.

Gehuwd op 21-06-1861 te Bergh met Theodora Heinst, dienstmeid (later landbouwster), * 02-01-1833 te Wijnbergen - ✝ 20-04-1898 te Wijnbergen (leeftijd 65), dochter van Bernardus Heinst, * 15-03-1794 te Zeddam - ✝ 27-01-1872 te Wijnbergen (leeftijd 77), dagloner en Aleida Tomassen, * 07-01-1802 te Wehl - ✝ 31-08-1860 te Wijnbergen (leeftijd 58), haar vader Bernardus Tomassen was een zoon van Gerrit Thomassen en Catharina Rosmulder uit Wehl. Dit is een andere T(h)omassen stam in dezelfde regio. Voordat zij bij Jan introk woonde Theodora met haar ouders, zus en twee broers in Wijnbergen, huis nr. 116.
Getuigen bij het huwelijk van Jan en Theodora waren Wessel Bongers (grofsmid aan de Marktstraat 5 in 's-Heerenberg), Johannes van Halteren (metselaar uit 's-Heerenberg), Peter Welting (kleermaker uit 's-Heerenberg) en Wilhelmus Tervoert (zadelmaker uit 's-Heerenberg).

Zo werd Jan op zijn 39ste voor het eerst vader en kreeg hij zijn laatste kind, Willemina, op zijn 64ste. Jan was op latere leeftijd blind, blijkt uit de geboorteakte van zijn jongste kind Willemina in 1876, waaronder staat "... na voorlezing onderteekend met de getuigen hebbende de aangever wegens blindheid verklaard niet te kunnen tekenen."

Jan deed de geboorteaangiftes van zijn kinderen meestal samen met zijn buurman Gradus Jansen (van nr. 4) en zijn andere buurmannen Jan Borkus of diens broer Bernardus Borkus. Andersom was Jan eenmaal getuigen bij een geboorteaangifte van Gradus. Jan was ook getuige bij geboorteaangiftes van Hendrik Jan Geerling uit Wijnbergen in 1847, samen met Hermanus Peeters; weer van Hendrik Geerling in 1851, samen met Gerrit Jan Vels; van Joseph Meijer uit Kilder in 1856, samen met Hendrik Winters; van Otto Winters, gemeentesecretaris uit 's-Heerenberg in 1861, samen met Hendrikus Kroon; van Johannes Gerritsen, landbouwer uit Beek in 1863, samen met Reinder Hendriksen.

In augustus 1864 was Theodora Heinst aanwezig bij de bevalling van de zoon van haar broer Gradus Augustinus Heinst en schoonzus Berendina Rosch, op het adres Wijnbergen nr. 5. Omdat Gradus blijkbaar zelf niet in staat was om aangifte te doen van de geboorte, deed Theodora Heinst dit. Het kind overleed 11 dagen later al.

Op 24 maart 1884 was Jan aanwezig bij een boedelveiling in 's-Heerenberg. Later dat jaar overleed hij vrij onverwachts in de nacht van 25 november. Omdat hij in de periode voor zijn dood niet onder behandeling was van een arts wegens een ziekte, moest er een doodschouw aan te pas komen door een arts om de dood vast te stellen.

In Jan's Memorie van Successie wordt in juni 1885 vermeld dat Jan 3.7 hectare aan land bezat en er met de erfenis 2260 gulden aan geld en roerend goed overging. Dat zou nu zo'n € 27000 waard zijn. Zo blijft weduwe Theodora Heinst achter met 4 minderjarige kinderen, zij stierf uiteindelijk in 1898 aan een ontstoken hartspier en werd begraven op de R.K. begraafplaats te Wijnbergen. Zij had al langer last van een zwak hart (degeneratio cordis). Na Theodora's dood erfde oudste zoon Willem het gebruikrecht van de boerderij.

In totaal kregen Jan en Theodora 8 kinderen:

  1. Levenloos geboren, (geslacht: man) * ✝ 01-02-1862.
  2. Maria Aleida Tomassen, * 22-04-1863 te Wijnbergen - ✝ 13-05-1950 te Wijnbergen (leeftijd 87).
    Echtpaar Maria Aleida Tomassen en Jan te Boekhorst
    Echtpaar Maria Aleida Tomassen en Jan te Boekhorst
    Werkte van mei 1885 tot oktober 1886 in Klein-Azewijn als dienstmeid op de boerderij van de familie Michels, daarna werkte en woonde zij tot november 1889 in Lengel op de boerderij van de familie Meyer. Daar werkte op dat moment ook Catharina Gesina te Boekhorst, de zus van haar latere echtgenoot. Tenslotte werkte Maria nog een jaar op de boerderij van de familie Brandts in Groot-Azewijn als dienstmeid. Toen zij daar vertrok om te trouwen, nam haar jongere zus Aleida haar taak als dienstmeid daar over. Maria Tomassen trouwde op 07-11-1890 te Bergh met buurjongen (van boerderij De Lender, naast 't Vossegat) Johannes Cornelis (Jan) te Boekhorst, * 07-02-1866 te Wijnbergen – † 29-09-1956 (leeftijd 90), arbeider/landbouwer, zoon van buurman Wessel te Boekhorst, * 15-10-1816 te Azewijn - ✝ 20-03-1895 te Wijnbergen (leeftijd 78), arbeider van beroep, en buurvrouw Adelheid (Aaltje) Derksen, * 19-07-1824 te Stokkum - ✝ 23-10-1900 (leeftijd 76), woonachtig op Wijnbergen nr. 11 (later nr. 5, tenslotte de Langeboomsestraat 18). Maria en Jan bleven daar wonen en kregen 10 kinderen: Aleida Theodora, Wilhelmus Johannes, Theodora Aleida, Johannes Wilhelmus, Maria Wilhelmina, Maria Aleida, Bernardus Johannes, Hermanus Augustinus en Wilhelmina Maria. Zie hier haar bidprentje.
  3. Aleida Theodora Tomassen, * 12-01-1865 te Wijnbergen - ✝ 31-12-1865 te Wijnbergen (leeftijd 0). Stierf aan de mazelen.
  4. Wilhelmus Theodorus (Willem) Tomassen, * 31-01-1867 te Wijnbergen - ✝ 16-07-1920 te Wijnbergen (leeftijd 53).
  5. Aleida Maria Tomassen, * 02-03-1869 te Wijnbergen - ✝ 05-11-1918 te Zeddam (leeftijd 49). Vertrok op 05-02-1883 naar Well. Dienstknecht/fabrieksarbeidster van beroep. Op 1 mei 1893 ging Aleida bij haar tante Berendina Heinst (naaister van beroep) wonen in Zeddam (nr. 48b, later hernummerd tot 90, weer later 128). Op 01-05-1896 te Bergh huwde ze met Jan Jansen, * 31-05-1868 te Klein-Azewijn (Boerderij Holtink, aan de Ompertsestraat) - ✝ 20-02-1947 te Bergh (leeftijd 78), eerst dienstknecht van beroep, later werkzaam in de chocoladefabriek in Emmerik (D). Zoon van Hermanus Jansen, dagloner, * 18-08-1834 te Klein-Azewijn - ✝ 03-12-1904 te Klein-Azewijn (leeftijd 70), en Johanna Gasseling, * 17-10-1838 te Warm - ✝ 10-05-1907 te Klein-Azewijn (leeftijd 68). Na het huwelijk betrok Jan Jansen het huis van Aleida Maria in Zeddam. Zo'n anderhalf jaar later, op 09-10-1897, komt Berendina Heinst te overlijden. Hetzelfde jaar werd de tweeling Hermanus Maria en Theodora Maria al geboren. Daarna volgden nog 9 kinderen: Wilhelmus Johannes, Johannes Hermanus, Bernardus Johannes, Anna Maria, Gerhardus Wilhelmus, Aleida Maria, Albertus Johannes, Theodorus Wilhelmus en Hendrikus Theodorus Arnoldus. Opvallend is dat Aleida Maria haar huwelijkse akten ondertekende met de naam Thomassen.
  6. Levenloos geboren, (geslacht: man) * ✝ 22-03-1871.
  7. Bernardus Johannes (Bernard) Tomassen, * 25-01-1873 te Wijnbergen - ✝ 14-08-1940 te 's-Heerenberg (leeftijd 67).
  8. Willemina Maria Tomassen, * 30-06-1876 te Wijnbergen - ✝ 01-11-1961 te Heel (leeftijd 85), (bron). Werkte van 30-05-1890 tot 18-01-1901 bij de familie Sluiter in Gendringen als dienstmeid. Trok direct daarna in bij haar oudere zus Maria Aleida en bleef daar wonen tot 17-11-1904, toen vertrok zij naar Sassenheim (Z.H.). Ging daarna in Lisse (Z.H.) wonen, om op 09-03-1912 terug te keren naar Wijnbergen op boerderij 't Vossegat. Van 26-03-1912 tot 01-05-1912 woonde zij kort in Wezel (DE). Daarna weer kort op 't Vossegat om in 05-06-1912 naar Den Haag (Z.H.) te vertrekken. Daar bleef zij wonen tot 03-09-1935, toen verhuisde ze naar Meerssen om in het St. Joseph-Gasthuis in de Gasthuisstraat 11 te gaan wonen. Zij stierf uiteindelijk in het Limburgse plaatsje Heel. Zie hier haar bidprentje.

Wijnbergen en omgeving in de 19de eeuw

In 1840 telde Wijnbergen 60 huizen met 395 inwoners.

Gerrit (Gart, Gradus) Tomassen

Geboren op 08-10-1818 te Loerbeek, overleden op 16-06-1846 te Kilder (leeftijd 27).

Garrit's handtekening
Garrit's handtekening, 1852

Militieregistratie Gerrit Tomassen
Militieregistratie Gerrit Tomassen

Zoon van Willem Tomassen en Maria Gerritsen.

Landbouwer/dagloner van beroep.

Werkte als 19 jarige als boerenknecht in Beek bij zijn oom en tante Bernd Gerritsen en Mientje Berndsen.

Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie op 1837 beschreven als:
Lengte: 1 meter 61, Aangezigt: rond, Voorhoofd: idem, Oogen: bruin, Neus: spits, Mond: klein, Kin: rond, Haar: -, Wenkbraauwen: bruin, Merkbaare teekenen: -. Hij werd uitgeloot en was dus niet dienstplichtig.

Gehuwd op 02-07-1841 te Bergh met Johanna Welling, * 12-12-1815 - ✝ 11-12-1884 (leeftijd 68), landbouwster van beroep, dochter van Hendrik Welling, * 12-09-1781 - ✝ 20-03-1841 (leeftijd 59) en Antonia Elbers, * 12-04-1780 te Beek - ✝ 09-07-1837 te Kilder (leeftijd 57). Johanna is later nog eens gehuwd met Gerrit van Dillen. Johanna stierf aan een maagaandoening. Gerrit gaf bij zijn huwelijk aan niet te weten in welke plaats zijn grootouders aan vaderszijde woonden of overleden zijn. Johanna en Gerrit Tomassen kregen 2 dochters:

  1. Maria Tomassen, * 13-05-1842 te Kilder - ✝ 30-09-1861 te Braamt (leeftijd 19). Gehuwd op 28-04-1860 te Bergh met Willem Keurntjes, * 31-08-1829 - ✝ 09-12-1891 te Bergh (leeftijd 62), dagloner van beroep, zoon van Gerrit Keurntjes en Everdina Kniest. Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie in 1849 beschreven als:
    Lengte: 1 meter 584, Aangezigt: lang, Voorhoofd: laag, Oogen: bruin, Neus: plat, Mond: groot, Kin: rond, Haar: bruin, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: geen. Hij werd uitgeloot en was dus niet dienstplichtig. Zij kregen een dochter: Everdina Maria Keurntjes, * 23-09-1861 - ✝ 01-01-1862 (leeftijd 0). Zeven dagen na de bevalling overleed moeder Maria, het is aannemelijk dat dit met complicaties door de bevalling te maken heeft gehad.
  2. Johanna Tomassen, * 08-09-1845 te Kilder - ✝ 12-10-1931 te Wijnbergen (leeftijd 86), landbouwster van beroep. Gehuwd op 01-07-1870 te Bergh met Fredericus (Fredrik) Pelgrim, * 26-10-1835 te Wijnbergen - ✝ 20-03-1913 te Wijnbergen (leeftijd 77), zoon van Albert Pelgrim, landbouwer, en Johanna Bulsink, landbouwster. Zij kregen 5 kinderen: Albertus, Johanna Maria, Alberta Grada, Fredrik Wilhelmus en Anna Wilhelmina. Het gezin Pelgrim-Tomassen was woonachtig in Wijnbergen huis nr. 62 (later hernummerd naar 73).

Opvallend is dat Garrit bij de aangifte van zijn tweede dochter aangaf niet te kunnen schrijven, terwijl hij zijn eerste geboorteaangifte en militieregistratie wel ondertekend heeft.

Leonardus (Leendert) Tomezen

Geboren op 19-02-1823 te Loerbeek, overleden op 19-03-1876 te Wijnbergen (leeftijd 53).

Garrit's handtekening
Leendert's handtekening, 1858

Bidprentje van Leendert Tomesen
Bidprentje van Leendert Tomesen

Inschrijving Nationale Militie van Leendert Tomesen
Inschrijving Nationale Militie van Leendert Tomesen

Zoon van Willem Tomassen en Maria Gerritsen.

Eerst dagloner en later vermeld als landbouwer van beroep. Vertrok in september 1840 uit zijn geboorteplaats Loerbeek om in Wijnbergen te gaan wonen bij zijn oudere broer Jan op boerderij 't Vossegat. Van mei 1842 tot mei 1846 werkte en woonde Leendert als knecht bij de familie Roes, van huis nr 141.

Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie in 1842 beschreven als:
Lengte: 1 meter 61, Aangezigt: rond, Voorhoofd: hoog, Oogen: graauw, Neus: dik, Mond: breed, Kin: rond, Haar: bruin, Wenkbraauwen: idem, Merkbaare teekenen: -. Hij werd ingeloot en dus dienstplichtig, waarna hij ingelijfd werd bij het 3e regiment infanterie voor een periode van 5 jaar. Hij werd op 10 maart 1847 gepasporteerd (eervol ontslagen).

Gehuwd op 16-05-1846 te Bergh met Hendrika Wassink, * 03-05-1828 te Doetinchem - ✝ 08-06-1909 te Wijnbergen (leeftijd 81). Getuigen bij het huwelijk waren Willem Visser, gemeenteveldwachter van Zeddam en ooit dienstplichtig soldaat in Napoleon's Grande Armée; Wessel Bongers, hoefsmid uit 's-Heerenberg; Engelbart Poelman uit Lengel en Gradus Derksen, kleermaker uit 's-Heerenberg.

Hendrika Wassink was een dochter van Johanna Wassink, * 28-04-1799 te Wijnbergen - ✝ 10-10-1853 te Oosseld (leeftijd 54), en een onbekende vader. Johanna's vroedvrouw deed aangifte van de geboorte en zij heeft haar dochter nooit erkend. Johanna's voogd was haar oudere broer Steven Wassink, zij woonde bij haar vader Joannes (Jan) Wassink, * 28-07-1762 te Doetinchem - ✝ 07-06-1832 te Doetinchem (leeftijd 76 jaar, gehuwd met Johanna Lammers) in huis 298 (later nr. 32) in Oosseld. Johana bleef haar hele leven ongehuwd. Zij kreeg op 12-03-1823 ook al een zoon, Jan, die slechts 4 maanden oud werd.

Dochter Hendrika Wassink ging kort na haar geboorte wonen bij het echtpaar Johannes Wijnholts en Lamberdina Hamkolk in Wijnbergen nr 153, vanaf ca. 1850 hernummerd tot nr. 40, vanaf ca. 1890 nr. 51, vanaf 1910 nr. 61 en daarna de Oude Doetinchemseweg 6. Uiteindelijk wordt de woning afgebroken en wordt hier een industrieterrein gebouwd, de woning stond ongeveer op deze locatie. In het bevolkingsregister wordt Hendrika Wassink vermeld als nicht van het echtpaar Wijnholts. Waarschijnlijk is zij dus opgevoed door haar oom en tante, omdat haar alleenstaande moeder niet voor haar kon zorgen. In 1846 kocht Hendrika's echtgenoot Leendert het huis en trok hij bij haar in.

Leendert deed de geboorteaangiftes van zijn kinderen meestal samen met zijn buurtgenoten Hendrik Schering (van nr. 36), Peter Heijnst (van nr. 39) en Gerhardus Schenning (van nr. 41), andersom was Leendert ook regelmatig getuigen bij geboorteaangiftes van deze buren.

Werd op 5 oktober 1866 veroordeeld tot één dag gevangenisstraf (volgens het politieblad). Het is onbekend waarvoor.

Opvallend is dat Leendert zijn achternaam eerst schreef als 'Tomassen', net als zijn broers, later als Tomezen, maar vanaf 1864 zijn naam met een S (Tomesen) begon te schrijven. Hij sprak zijn naam uit als 'Tómessen'.

Op 12-02-1876, vijf weken voor zijn dood, heeft Leendert een testament laten opstellen waarin wordt vermeld dat zijn vrouw Hendrika het vruchtgebruik erft van zijn gehele nalatenschap. Dat houdt in dat zijn kinderen wettelijk eigenaar werden, maar zijn vrouw het nalatenschap mocht gebruiken. Na Leenderts' dood wordt in zijn Memorie van Successie vermeld dat hij 2.51 hektaren grond bezat, met daarop verschillende gewassen, twee koeien en twee varkens.

Leenderts redelijk vroege dood had te maken met 'chronisch longenlijden', zoals vermeld staat in het archief van de Gemeente Bergh. Na zijn overlijden huwde Hendrika Wassink opnieuw, op 27-01-1877 met Jacobus ten Holt, * 12-08-1837 te Zelhem - ✝ 16-10-1896 te Wijnbergen (leeftijd 59). Zij kregen geen kinderen meer. Jacobus stierf aan tongkanker.

Leendert en Hendrika kregen 11 kinderen, waaronder 2 tweelingen:

 
Bidprentje van Hendrika Wassink
Bidprentje van Hendrika Wassink

72 jarig huwelijksjubileeüm Kleinpenning-Tomesen
Vermelding van het 72 jarige huwelijksjubileum van Johanna Tomesen en Theodorus Kleinpenning in De Gooi- en Eemlander krant van 07-01-1949
72 jarig huwelijksjubileeüm Kleinpenning-Tomesen
Het hoogbejaarde echtpaar Kleinpenning-Tomesen wordt in 1949 t.g.v hun 72e huwelijksviering gefeliciteerd door tweeling-kleindochters Wilhelmina en Theodora.
  1. Lamberdina Maria (Berendina) Tomezen, * 12-07-1847 te Wijnbergen - ✝ 01-09-1918 te Ulft (leeftijd 71). Op 24-04-1869 te Doetinchem gehuwd met Gradus Sassink, * 13-10-1842 te Doetinchem - ✝ 27-02-1900 te Gaanderen (leeftijd 57), kleermaker van beroep, zie hier zijn bidprentje.
  2. Wilhelmus Tomezen, * 11-08-1849 te Wijnbergen - ✝ 28-01-1850 te Wijnbergen (leeftijd 0).
  3. Maria Willemina Tomassen, * 12-12-1850 te Wijnbergen - ✝ 03-05-1920 te Ammeloe (DE). Op 19-08-1875 te Zelhem gehuwd met Harmanus (Herman) Klein Reesink, * ca. 18-12-1845 te Zelhem - ✝ na 1920, klompenmaker van beroep, zoon van Antonij (Antoon) Klein Reesink en Johanna Konink. Zij kregen zes kinderen. Zie hier het bidprentje van Maria Tomesen.
  4. Johanna Lamberdina Tomesen,
    gezin Kleinpenning-Tomesen 1916
    Gezin Kleinpenning-Tomesen in 1917 ter gelegenheid van het 40-jarig huwelijksfeest, met het echtpaar links en rechts van het tafeltje
    * 21-09-1855 te Wijnbergen - ✝ 12-12-1949 te Zeddam (leeftijd 94). Op 05-01-1877 te Bergh gehuwd met Theodorus Gerhardus Kleinpenning (zie foto rechts), * 26-10-1855 te Wehl - ✝ 05-03-1949 te Zeddam (leeftijd 93), metselaar van beroep, zoon van Willem Kleinpenning, klompenmaker van beroep, en Johanna Gerritsen. Zij kochten in 1897 het huis aan de Oude Doetinchemseweg 63 in Zeddam om in te richten als stations-koffiehuis, omdat ernaast een tramstation gepland was, dat er in 1902 kwam. Vanaf 1910 kwam er in een bijgebouw van het koffiehuis een veewaag, waardoor het café 'De Waag' werd genoemd. Zie Google Street View voor hoe het er anno 2016 uitziet. Zie hier het bidprentje van Theodorus Kleinpenning en het bidprentje van Johanna Lamberdina Tomesen.
  5. Willemina Johanna Tomesen, * 21-07-1858 te Wijnbergen - ✝ 11-03-1934 te Wijnbergen (leeftijd 75). Op 09-02-1877 te Bergh gehuwd met Antonius Wilhelmus Kock,
    gezin Kleinpenning-Tomesen 1916
    Echtpaar Kock-Tomesen
    * 03-11-1852 te Lichtenvoorde - ✝ 06-03-1921 te Wijnbergen (leeftijd 68), landbouwer van beroep, zie hier zijn bidprentje en zie hier het bidprentje van Willemina Tomesen. Zij kregen 6 kinderen, waaronder op 04-06-1897 de latere priester Theodorus Hendrikus (Theo) Kock (overleden op 11-08-1968).
  6. Hendrika Grada Tomesen, * 21-07-1858 te Wijnbergen - ✝ 07-06-1907 te Amsterdam (leeftijd 48). Op 05-04-1888 te Amsterdam gehuwd met Petrus Josephus Koets, * 08-02-1857 te Groningen - ✝ 29-11-1939 te Amsterdam (leeftijd 82), bediende van beroep. Zie hier het bidprentje van Hendrika Tomesen en het bidprentje van Petrus Koets. Moeder Hendrika Wassink was bij dit huwelijk niet aanwezig, mogelijk vanwege de te grote afstand.
  7. Wilhelmus (Willem) Tomesen, * 07-07-1861 te Wijnbergen - ✝ 15-01-1922 te Bergh (leeftijd 60).
  8. Johannes Bernardus Tomesen, * 04-05-1864 te Wijnbergen - ✝ 19-11-1890 te Wijnbergen (leeftijd 26). Timmerman van beroep. Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie in 1883 beschreven als: Lengte: 1 meter 66, Aangezicht: ovaal, Voorhoofd: gewoon, Oogen: bruin, Neus: plat, Mond: gewoon, Kin: rond, Haar: blond, Wenkbraauwen: -, Merkbaare teekenen: -. Hij werd niet ingeloot. Op 26 jarige leeftijd stierf Johannes aan tuberculosis pulmonum (longtering, aanhoudende onsteking aan beide longen). Zie hier zijn bidprentje.
  9. Hermanus (Herman) Tomesen, * 04-05-1864 te Wijnbergen - ✝ 06-09-1945 te Wijnbergen (leeftijd 81).
  10. Levenloos geboren (meisje), * 18-01-1867.
  11. Theodorus Tomesen, * 26-02-1868 te Wijnbergen - ✝ 16-05-1941 te Doetinchem (leeftijd 73).
  12. Hendrikus Leonardus Tomesen, * 13-11-1870 te Wijnbergen - ✝ 09-01-1934 te Schiedam (leeftijd 63). Werd bij zijn inschrijving voor de Nationale Militie in 1889 beschreven als: Lengte: 1 meter 68, Aangezicht: ovaal, Voorhoofd: rond, Oogen: bruin, Neus: stomp, Mond: gewoon, Kin: rond, Haar: blond, Wenkbraauwen: -, Merkbaare teekenen: -. Hij werd ingeloot en was dus dienstplichtig. Hij diende van 12-05-1890 tot 03-02-1892 in het 2e Regiment Vestingartillerie. Werd daarna overgeplaatst naar het 3e Regiment Vestingartillerie en op 05-12-1892 weer teruggeplaatst naar het 2e Regiment Vestingartillerie. Kreeg op 11-05-1897 eervol ontslag, stamboek nr. 34319. Ging daarna bij de Rijksbelasting werken en wonen in Schiedam. Voor zover bekend huwde hij niet en kreeg hij geen kinderen. Zie hier zijn bidprentje.

Tot het nalatenschap van Leendert behoorden begin 1877 het volgende inventaris. Lees meer...